Taalproblematiek
Taalproblemen ontstaan vaak door hersenletsel in de linker hersenhelft. Dit letsel wordt meestal veroorzaakt door een beroerte (CVA), maar kan ook ontstaan door een hersentumor, een ongeval of een andere aandoening in de hersenen. Problemen met taal wordt ook wel afasie genoemd. Afasie komt het meest voor bij volwassenen en ouderen.
Afasie kenmerkt zich door problemen met het spreken, begrijpen, lezen en schrijven. Deze problemen bemoeilijken de dagelijkse communicatie. De ernst en omvang van de afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen, iemands persoonlijkheid en zijn algehele gezondheid.
Hieronder enkele voorbeelden van afasie:
- Een ander woord zeggen dan wordt bedoeld
- Niet op het goede woord kunnen komen
- Spraak bestaat vooral uit stereotypen ‘oh ja’ of herhalingen ‘die die die’
- Vragen kunnen niet adequaat beantwoord worden
- Er wordt vreemd of helemaal niet gereageerd op een verhaal of grap
- Er worden hele verhalen verteld, zonder dat de woorden echte betekenis hebben
- Het lezen van een boek lukt niet meer
- Het noteren van afspraken of het maken van een boodschappenlijstje kost moeite
De logopedist
De logopedist doet eerst onderzoek naar het talig functioneren en de communicatie met de omgeving. De resultaten van de onderzoeken en het behandeltraject worden met de cliënt en andere betrokkenen besproken. De behandeling zal individueel gericht zijn op het verbeteren van het spreken, begrijpen, lezen en/ of schrijven. Ook wordt de cliënt en zijn directe omgeving geleerd hoe zij zo optimaal mogelijk met elkaar kunnen communiceren. Indien nodig wordt er onderzocht of een communicatiehulpmiddel zinvol is. De logopedist geeft verder voorlichting en adviezen.
Bron: NVLF (Nederlandse Verenging voor Logopedie en Fonologie)